Proverbs 9

Schade en schande zijn zijn deel, zijn wandaad wordt niet meer vergeten.
1Jaloezie is een vuurgloed in een man en overspel wordt niet vergeven, wel gewroken.

2 Van verzoening wil hij niet weten, wat je hem ook aanbiedt.

3 4Mijn zoon, denk aan wat ik heb gezegd en houd mijn geboden voor ogen bij alles wat je doet.
5Gehoorzaamheid aan mijn geboden zal je het leven geven, dus moet mijn wet alles voor je betekenen.
6Leg die wet nooit opzij, maar berg haar diep in je hart.
7Beschouw de wijsheid als je zuster en het verstand als een goede vriend.
8Dan kunnen zij je beschermen tegen die vrouw die niet van jou is, die vreemdelinge die jou met lieve woordjes tracht te paaien.
9Ik keek uit mijn raam, door mijn tralievenster,
10en zag, terwijl ik mijn ogen langs de onverstandigen liet gaan, een jongen die erg dom bezig was.
11Hij liep over straat, naderde haar woning en liep ernaartoe.
12Het schemerde, het was bijna nacht.
13Een vrouw kwam hem tegemoet, gekleed zoals bij haar beroep paste, doortrapt en op haar hoede.
14Zij was ongezeglijk en losbandig en verbleef maar zelden in haar eigen huis.
15Soms liep ze door de stad, soms hing ze op een straathoek rond.
16Zij vloog hem om de hals, kuste hem en zei met een stalen gezicht:
17‘Ik had beloofd dankoffers te brengen en vandaag ben ik mijn belofte nagekomen.
18Daarom was ik op zoek naar jou en, gelukkig, ik heb je gevonden!
Copyright information for NldHTB